Leerdoel: Verhouding herkennen bij eenvoudige verhoudingssituaties uit het dagelijks leven zoals: gebruik van recepten, snelheid, prijs per stuk/kg/liter, vergelijken van groepen met een kenmerk, vergroten en verkleinen, schaal.
1S: complexere vragen zonder gehele getallen als antwoord:
Wat betekent dit nou eigenlijk?
Je leert verhoudingen zien, begrijpen en gebruiken in alledaagse situaties.
Een verhouding is hoe twee dingen in verhouding tot elkaar staan. Bijvoorbeeld:
- 1 liter melk kost €1,20 → dat is prijs per liter.
- Een recept is voor 4 personen, maar jij kookt voor 8 → je moet alles verdubbelen.
- Op een kaart is de schaal 1 : 100.000 → 1 cm op de kaart = 1 km in het echt.
Je leert dus niet alleen rekenen met verhoudingen, maar ook herkennen wanneer er sprake is van een verhouding.
Voorbeeld 1F
In een klas zitten 20 jongens en 10 meisjes. Wat is de verhouding jongens : meisjes?
A) 2 : 3
B) 2 : 1
C) 3 : 1
D) 6 : 4
✅ Goed antwoord: B)
→ 20 : 10 = 2 : 1
Voorbeeld 1S
Je mengt limonadesiroop met water in de verhouding 1 : 7.
Vraag: Hoeveel siroop gebruik je als je in totaal 2 liter drank wilt maken?
Totaalverhouding = 1 + 7 = 8 delen
2 liter = 2000 ml → 1 deel = 2000 ÷ 8 = 250 ml siroop
Antwoord: 250 ml siroop en 1750 ml water