VT-5a/b: Taal van verhoudingen (1S)
Verschillende beschrijvingen waarmee een verhouding wordt aangeduid kunnen gebruiken in toepassingssituaties, ook in minder voor de hand liggende en verwarrende situaties.
Verschillende beschrijvingen waarmee een verhouding wordt aangeduid kunnen gebruiken in toepassingssituaties, ook in minder voor de hand liggende en verwarrende situaties.
Leerdoel: De leerling kan een deel van een geheel of een deel van een hoeveelheid uitdrukken in een breuk, bij eenvoudige verhoudingen en elementaire breuken
De leerling ziet in dat je een verhouding op meerdere manieren kunt beschrijven: De leerling weet ook dat een percentage altijd een verhouding is ten opzichte van 100 en kan… Lees verder »CV-4: Relatie tussen breuken, verhoudingen en percentages (1S)
De leerling kan verhoudingen en breuken omzetten naar een afgerond decimaal getal, ook met behulp van een rekenmachine. Daarnaast leert de leerling om decimale getallen te koppelen aan percentages en andersom.
De leerling uit groep 7 kan in eenvoudige situaties een verhoudingsprobleem oplossen waarbij je niet direct kunt vermenigvuldigen of delen, maar eerst een tussenstap moet bedenken.
Leerdoel: leerling uit groep 7 kan bij eenvoudige verhoudingssituaties met vergrotingen en verkleiningen, zoals bij foto’s.
De formele notatie van verhoudingen als 1 : 100 herkennen als verhouding, kunnen uitspreken als ‘een staat tot honderd’ of ‘1 op 100’ en er betekenis aan kunnen geven, met name bij de schaal van kaarten, plattegronden, maquettes en schaalmodellen.
Leerdoel: De leerling uit groep 8 kan rekenen met schaallijnen en schaalnotaties in eenvoudige situaties en met eenvoudige getallen, bijvoorbeeld op een plattegrond, kaart of maquette.
Leerdoel: de verschillende verwoordingen en schrijfwijzen om een verhouding uit te drukken met elkaar in verband brengen en actief benutten.
Leerdoel: de leerling kan verhoudingen vergelijken in complexere situaties