RV-11: Geld, tijd en maten (1F)
Leerlingen vanaf groep 6 kunnen eenvoudige verhoudingen gebruiken om vragen over geld, tijd en maten op te lossen.
Leerlingen vanaf groep 6 kunnen eenvoudige verhoudingen gebruiken om vragen over geld, tijd en maten op te lossen.
Leerdoel: leerlingen uit groep 6 kunnen in betekenisvolle verhoudingssituaties de totale hoeveelheid berekenen
Leerdoel: leerlingen uit groep 8 kunnen verhoudingsproblemen oplossen door een redelijke schatting te maken
Leerdoel: de leerling uit groep 7 kan verhoudingsproblemen met duidelijke getallen exact uitrekenen,
Verschillende beschrijvingen waarmee een verhouding wordt aangeduid kunnen gebruiken in toepassingssituaties, ook in minder voor de hand liggende en verwarrende situaties.
De leerling kan eenvoudige verhoudingen omzetten naar percentages, bijvoorbeeld met een verhoudingstabel waarin wordt gerekend naar 100
De leerling van groep 8 kan kritisch nadenken en redeneren over situaties met verhoudingen, waarin de verhoudingsrelatie niet direct zichtbaar is.
Leerdoel: Eenvoudige breuken kunnen uitspreken en noteren en de verschillende betekenissen van breuken in verschillende situaties kennen.
Leerdoel: De leerling kan eenvoudige verhoudingsproblemen oplossen waarin gewerkt wordt met mooie, ronde getallen,
Verhoudingen kunnen benoemen en schrijven als ‘zoveel op de zoveel’, deel van een geheel, als breuk of als percentage. Een telling kunnen verwoorden als verhouding, bijvoorbeeld ‘zes van de vierentwintig’, ‘een op elke vier’, ‘een vierde deel’, ‘een kwart’ of ‘vijfentwintig procent’ en kunnen noteren als 1 op de 4, of ¼ deel, of 25%.