Doel: Student begrijpt de relatie tussen breuken en percentages. Je kunt breuken met bepaalde noemers gemakkelijk omzetten naar percentages door ze om te rekenen naar honderdsten. Bijvoorbeeld:
LEREN: DE RELATIELIJST
Wat betekent dit nou eigenlijk?
Een percentage is een bijzondere verhouding: het vergelijkt altijd met 100.
Bijvoorbeeld:
- 1% betekent 1 op de 100 delen
- 25% betekent 25 van de 100
Je leert dus dat:
- 1% hetzelfde is als 1/100
- 50% = 50/100 = ½
- 25% = 25/100 = ¼
Je leert ook hoe je breuken kunt omzetten naar percentages, door te denken in honderdsten. Dat helpt je om sneller en slimmer te rekenen én om verbanden te zien.
Als je bijvoorbeeld weet dat:
- 1/5 = 20/100 → dus 1/5 = 20%
- 1/4 = 25/100 → dus 1/4 = 25%
- 3/4 = 75/100 → dus 3/4 = 75%
Dan snap je hoe percentages en breuken bij elkaar horen.
Voorbeeld: Breuken koppelen aan percentages
Breuk | Omgerekend naar honderdsten | Percentage |
---|---|---|
½ | 50/100 | 50% |
¼ | 25/100 | 25% |
1/5 | 20/100 | 20% |
1/10 | 10/100 | 10% |
1/20 | 5/100 | 5% |
1/25 | 4/100 | 4% |
1/50 | 2/100 | 2% |
1/100 | 1/100 | 1% |