Ga naar de inhoud

P8-5 – Boven 100%

Leerdoel: De leerling kan rekenen met percentages boven de 100%, bijvoorbeeld bij het berekenen van winst of groei.


Wat betekent dit nou eigenlijk?

Tot nu toe heb je geleerd dat 100% het hele bedrag is. Maar soms krijg je met bedragen te maken boven de 100% – bijvoorbeeld als iemand winst maakt.

Bij winst of groei telt de originele waarde maar één keer mee, en daar komt nog extra procent bij.

Bijvoorbeeld:

  • 100% winst betekent: je krijgt evenveel erbij als het oorspronkelijke bedrag
  • 150% winst betekent: je krijgt anderhalf keer zoveel winst als de oorspronkelijke waarde

Dus als je iets inkoopt voor €1200 en je wil 100% winst maken, dan vraag je dus:
€1200 (origineel) + €1200 (winst) = €2400 verkoopprijs

Je leert bij dit leerdoel dus wat het betekent als iets meer dan 100% is, en hoe je dat doorrekent met procenten.


Voorbeelden:

Voorbeeld 1:Je koopt koffie voor €2 en verkoopt het met 110% winst.

  • Winst = 110% × €2 = 1,1 x 2 = €2,20
  • Verkoopprijs = Inkoopprijs + winst = €2 + €2,20 = 4,20

Voorbeeld 2: 150% winst op €1200

  • Winst = 150% × €1200 = €1800
  • Verkoopprijs = €1200 + €1800 = €3000

Alternatieve manier:
Je kunt ook direct uitrekenen:
Verkoopprijs = 250% van de inkoopprijs (100% + 150%)
➤ 2,5 × €1200 = €3000


Wat je leert:
Je begrijpt dat percentages boven de 100% staan voor meer dan het oorspronkelijke bedrag. Dat is belangrijk bij situaties met winst, groei of verhoging. Je leert ook hoe je deze procenten snel kunt omzetten naar verhoudingen (zoals 2,5 = 250%).

Laat me weten als je hier ook een realistische context (bijv. marktkraam of handelaar) bij wilt!