Leerdoel: Leerlingen uit groep 8 leren de 1%-regel toepassen om eenvoudige percentages te berekenen.
Wat betekent dit nou eigenlijk?
Soms is het lastig om een percentage meteen goed uit te rekenen. Daarom gebruiken ze in groep 8 een handige truc: de 1%-regel.
💡 Die regel zegt:
Als je weet wat 1% is, kun je elk ander percentage makkelijk uitrekenen.
Waarom werkt dat? Omdat elk percentage een veelvoud van 1% is:
- 3% is 3 × 1%
- 7% is 7 × 1%
- 25% is 25 × 1%
Door eerst 1% te berekenen, maak je het jezelf makkelijker, zeker als je geen rekenmachine gebruikt. (ben je vergeten hoe je 1% moet nemen? Delen door honderd; leer hier de makkelijke manier van delen door 100)
Je leert ook dat je percentages op twee manieren kunt uitrekenen:
Voorbeeld : 1%-regel gebruiken

Vraag: Wat is 3% van €120?
Manier 1: zoals op een rekenmachine
3% = 0,03
➤ 0,03 × €120 = €3,60
Manier 2: Eerst naar 1%
Stap 1: Bereken eerst 1%
➤ 1% = €120 ÷ 100 = €1,20
Stap 2: Vermenigvuldig met 3
➤ 3% = 3 × €1,20 = €3,60
Oefenvragen
Oefenvragen met de 1%-regel
1.
Een fiets kost €600.
Wat is 1% van €600?
A. €0,6
B. €6
C. €60
D. €600
2.
Wat is 5% van €600?
A. €25
B. €30
C. €35
D. €40
3.
Een jas kost €80.
De korting is 10%.
Hoeveel euro korting krijg je?
A. €4
B. €6
C. €8
D. €10
4.
Een boek kost €24.
De prijs stijgt met 5%.
Hoeveel euro komt erbij?
A. €1,00
B. €1,10
C. €1,20
D. €1,50
5.
Een museumkaartje kost €50.
Kinderen krijgen 20% korting.
Wat betalen ze?
A. €10
B. €30
C. €40
D. €45
6.
Een munt is €120 waard.
Hij verliest 25% van zijn waarde.
Wat is hij nog waard?
A. €30
B. €60
C. €80
D. €90
7.
Een laptop van €900 wordt 15% goedkoper.
Hoeveel euro korting krijg je?
A. €90
B. €105
C. €120
D. €135
8
Een verzamelaar betaalt €2500 voor een muntenset.
De waarde stijgt met 4%.
Hoeveel is de set nu waard?
A. €2504
B. €2520
C. €2600
D. €2604
9.
Een schilderij kost €2000.
Het stijgt jaarlijks 2% in waarde.
Hoeveel euro stijgt het per jaar?
A. €20
B. €30
C. €40
D. €50
10.
Een telefoon kost €800.
Er komt 21% btw bij.
Wat is de btw in euro’s?
A. €121
B. €160
C. €168
D. €210
Antwoorden
- B – €6
- B – €30
- C – €8
- C – €1,20
- C – €40
- D – €90
- D – €135
- C – €2600
- C – €40
- C – €168