Leerdoelen:
- Percentages kunnen optellen, ook als het geen 100% is.
- Kunnen redeneren over wat ontbreekt tot 100%.
- Begrijpen dat percentages samen een geheel (100%) vormen.
- Een eenvoudig percentage kunnen uitrekenen als complement van een gegeven totaal.
Wat betekent dit nou eigenlijk
We werken nu met percentages, en dat is eigenlijk een manier om te zeggen hoeveel delen van 100 ergens bij horen.
Je ziet vaak dat percentages samen 100% vormen, want 100% betekent: alles bij elkaar, het hele geheel.
Bijvoorbeeld, stel we kijken naar hoe kinderen naar school komen. Als 40% fietst, 30% loopt en 20% met de auto komt, dan zijn dat allemaal delen van de groep. Maar misschien zijn er ook kinderen die met de step of bus komen – en die worden dan nog niet genoemd.
Wat jij nu leert, is om te nadenken over het geheel, ook als je niet alles te zien krijgt. Je krijgt een aantal percentages, en dan moet je zelf bedenken:
“Als dit nog geen 100% is, wie of wat mis ik dan nog?”
Voorbeeld: Schoollunch
Bij een schoolenquête over favoriete lunchgerechten werd het volgende gemeten:
- 35% eet het liefst een boterham met kaas
- 25% kiest liever voor fruit
- 30% eet een tosti
Vraag:
Welk percentage kiest iets anders?
Berekening:
Bekend totaal = 35% + 25% + 30% = 90%
Over = 100% – 90% = 10% kiest iets anders