Lesduur: 60 min
Thema: Delen
Onderdeel: splitsen in grote getallen
Niveau: 1f
Taalniveau: A2
Leerdoel: Leren en herken of je het kan delen door tafels
Vorige les hebben we geleerd om te kijken naar de deelbaarheid van getallen. Zo kan je nu makkelijk zien, of een getal door een tafel te delen is of niet. Nu komt er een stap bij. Grote getallen delen door te splitsen.
Grote stappen kan je doen door de tafel met 10 te vergroten. Vul deze in:
| Tafel (eenheden) | Tafel (veelvoud van 10) |
| 1 x 6= | 10 x 6 = |
| 2 x 6= | 20 x 6 = |
| 3 x 6= | 30 x 6 = |
| 4 x 6= | 40 x 6 = |
| 5 x 6= | 50 x 6 = |
| 6 x 6= | 60 x 6 = |
| 7 x 6= | 70 x 6 = |
| 8 x 6= | 80 x 6 = |
| 9 x 6= | 90 x 6 = |
| 10 x 6= | 100 x 6 = |
Stappen
1: splitsen in deelbare getallen (gebruik veelvoud van 10 als mogelijk)
2: deel ze door de tafel
3: de antwoorden optellen.
Stap 1: Splitsen in deelbare getallen
Bij de som 459 : 3 hak je het getal in de tafel van 3.
Neem grote, maar makkelijke stappen.
Ik weet dat 100 x 3 = 300. Dus ik kan 300 uit 459 halen. Ik hou dan 159 over. Ik weet ook dat 3 x 5 = 15, dus 3 x 50 is dan 150. Die kan ik er ook uithalen. Ik hou dan 9 over.
Stap 1 oefenen: splitsen
Schrijf dit tabel over in jouw schrift. Splits de getallen in veelvoud van de tafel
| Delen door (tafel) | Splits | Splits | Splits | |
| 459 | 3 | 300 | 150 | 9 |
| 392 | 7 | |||
| 666 | 9 | |||
| 392 | 4 | |||
| 888 | 6 | |||
| 245 | 5 | |||
| 686 | 7 | |||
| 261 | 3 |
Stap 2 oefenen: delen door de tafel
Als je het getal hebt gesplitst deel je ze door de tafel.
Stap 3 oefenen: optellen
Als laatst tel je de antwoorden van het delen op.
Opdracht: maak de deelsommen met splitsen
316 : 4 =
184 : 8 =
462 : 6 =
3945 : 5 =
920 : 4 =
1704 : 3 =
Opdracht: reken uit
- In de klas liggen 504 stiften. Akim moet deze opruimen. Hij stopt in elke doos 9 stiften. Hoeveel dozen heeft Akim als hij klaar is met opruimen?
- In een sixpack cola zitten 6 blikjes. Als ik 318 blikjes heb, hoeveel sixpacks kan ik dan maken?
- Ik heb in een week €441 verdient met het schoonmaken van auto’s. Ik heb alle dagen van de week gewerkt. Hoeveel heb ik gemiddeld per dag verdiend?
- In de fabriek worden er 1872 peppermuntjes gemaakt per minuut. Deze worden in een rol gestopt. In een rol gaan 24 peppermuntjes. Hoeveel rollen maakt de fabriek per minuut?
- Een school heeft 136 leerlingen. Er zijn 8 klassen op school. Hoeveel leerlingen zitten er in de klas?
- Een medicijn kost €29,99 voor een fles. Hier zit 375 cl in. Elke dag moet Alfred 15 cl nemen. Hoeveel dagen kan Alfred het medicijn nemen voor het op is?