Thema: verhoudingen
Onderdeel: rekenen met schalen
Leerdoel: Kunnen rekenen met schaallijnen en schaalnotaties in eenvoudige situaties en met eenvoudige getallen.
Niveau: 1f
Taalniveau: A2 / B1
De kaartschaal, of een schaal, is de verhouding tussen een afstand op de kaart of tekening en de afstand in werkelijkheid. De schaal kan worden weergegeven in een verhouding zoals 1 : 38.
Dit betekent dat 1 cm op de kaart, 38 cm in het echt is.
Deze 250 GTO Ferrari heeft een schaal van 1 : 38. Dat betekent dat elke cm op dit autootje 38 cm in het echt is. Het speelgoed autootje is 11 cm.
Het model heeft een schaal van 1 : 23. Als de het model 11 cm is, is de auto in het echt 11 x 23 = 253 cm.
Opdracht 1:
Bart kijkt op Google Maps. Op de plattegrond staat de schaal 1 : 25.000. De afstand tussen de snackbar en zijn huis is op de kaart 2 centimeter. Hoe ver woont Bart van de snackbar af in kilometers?
Opdracht 2:
Madelief heeft een op poppenkast voor haar verjaardag gekregen op een schaal van 1: 20. Op het plaatje zie je de afmeting van het poppenhuis zoals het op papier is. Reken de volgende vragen uit:
A) Hoe breed is de poppenkast in het echt?
B) Hoe hoog is de poppenkast in het echt?
C) Hoe groot is het poppetje in het echt?
Opdracht 3:
Veel Amerikanen hebben het maken van model vliegtuigen als hobby. Dit zijn vliegtuigen gemaakt van plastic onderdelen precies op schaal van een echt vliegtuig. Op de foto zien we een model van een Boeing vliegtuig.
A) Als de schaal 1 : 250 en het model vliegtuig is 30 cm. Hoe groot is het vliegtuig dan in het echt?