Lesduur: 60 min
Thema’s: Breuken, procenten en decimalen
Onderdeel: stapsgewijs van breuk naar procenten
Taalniveau: A1
Rekenniveau: 1f
Deel 1: Van breuk naar decimaal
Herhaling: Schrijf deze begrippen (belangrijke woorden) in je schrift. Deze hele les is zonder rekenmachine.
Opdracht 1: Leg uit wat het is.
Decimaal =
Breuken =
Delen =
Noemer =
Teller =
Herhaling: delen
Opdracht 2: Deel de volgende sommen (geen rekenmachine)
4:5 =
2:9 =
6:10 =
8:9 =
3:7 =
Uitleg 1: Om van een breuk een decimaal te maken, deel de teller door de noemer.


Zoals je ziet een decimaal maken alleen maar delen.
Opdracht 3: Schrijf deze breuken als decimalen in je schrift.

Deel 2: Van decimaal naar procent
Herhaling: Schrijf deze begrippen (belangrijke woorden) in je schrift.
Opdracht 4: Leg uit wat het is.
Vermenigvuldigen =
Procent =
Komma =
Verschuiven =
Honderdtal =
Evenveel =
Herhaling: vermenigvuldigen met 100
Wanneer je met honderdtallen vermenigvuldigd volg je speciale stappen.
Stap 1: Tel de nullen van het honderdtal
Stap 2: Bij vermenigvuldigen verschuif je de komma met evenveel stappen naar rechts
Bijvoorbeeld: 1,3 x 100.
Stap 1: 1,3 x 100 = Ik zie 2 nullen bij de honderd
Stap 2: Ik verschuif de komma met 2 stappen naar rechts
Stap 3: 1,3 wordt 130.

Opdracht 5: Vermenigvuldig
32 x 100 =
1,03 x 100 =
1,4 x 100 =
100 x 0,5 =
0,51 x 100 =
Opdracht 6: Doe nu alle stappen van breuk naar procent. Vul dit schema goed in!
- Deel de teler door de noemer
- Vermenigvuldig met 100

REKENTIP

Als je een breuk hebt en je kan teller makkelijk vermenigvuldigen zodat het 100 wordt, heb je het antwoord al. Eigenlijk doen we het tegenoverstelde als vereenvoudigen. We maken de breuk groter naar 100. De noemer is dan de percentage. Deze tip is handig voor als de noemer snel naar honderd gerekend kan worden.
6/25 = 0,24 = 24%