Skip to content

Les 6: verhoudingen vergelijken

Thema: verhoudingen
Onderdeel: verhoudingen vergelijken
Niveau: 1f
Taalniveau: A2

Uitleg: verhoudingen vergelijken

In de klas H4a zitten 28 studenten. Hiervan hebben er 7 studenten een bril. In de klas V2a met 30 studenten zitten er 10 studenten met een bril. In welke klas zitten er in verhouding meer studenten met een bril?

Voor veel vragen op de toets is het belangrijk dat je informatie kan vergelijken. Zo kan je uitrekenen welke de goedkoopste, de snelste, de zwaarste, het voordeligst is.

Dit doe je door de verhouding terug te brengen naar hetzelfde getal, vaak is dit naar 1. (Dit doen we bijvoorbeeld ook met breuken. Een verhouding is hetzelfde als een breuk en deze kan je dus vereenvoudigen.)

H4a = jongens met bril : zonder bril = 7 : 21.

Dan wordt de verhouding 1 : 3

V2a = jongens met bril : zonder bril = 10 : 20. De verhouding kan gedeeld worden door de tafel van 10.

Dan wordt de verhouding 1 : 2.

Je kan dus zien dat in de klas V2a er meer studenten met een bril zitten dan H4a.

Een verhouding kan je makkelijk vereenvoudigen met een tabel.

Opdracht 1: Welke container is goedkoper per ton?

Opdracht 2: Welke zalm is voordeliger?

Opdracht Examen 1f: Welke aanbieding is voordeliger?

Boer Alvin en Boer Ed verkopen paddenstoelen.

Boer Alvin verkoopt 3 kg voor €21,30.

Boer Ed verkoopt dezelfde paddenstoelen alleen 5 kg voor €40,50.

Welke boer verkoopt de paddenstoelen voordeliger?