Skip to content

Les 6: Optellen in complexe contexten (Probleemoplossend rekenen)

Lesduur: 60 min
Thema: Optellen
Onderdeel: Probleemoplossend rekenen
Niveau: A2 – B1
Leerdoel: Leren optellen binnen realistische en complexe situaties


Wat is probleemoplossend rekenen?

Soms moeten we optelsommen oplossen die niet direct zichtbaar zijn, maar verborgen zitten in een situatie of een verhaal. Dit noemen we probleemoplossend rekenen. Hierbij moet je:

  1. De informatie uit een tekst of situatie begrijpen.
  2. De juiste getallen en bewerkingen herkennen.
  3. De som correct uitrekenen.
  4. Controleren of je antwoord logisch is.

Voorbeelden van optellen in complexe contexten

Voorbeeld 1: Winkelen
Lisa koopt drie producten in de supermarkt:

  • Een pak melk van €1,45
  • Een brood van €2,30
  • Een pot pindakaas van €3,25

Hoeveel moet Lisa in totaal betalen?

Stap 1: Zoek de getallen die opgeteld moeten worden: 1,45 + 2,30 + 3,25
Stap 2: Tel op: 1,45 + 2,30 = 3,75
Stap 3: 3,75 + 3,25 = 7,00
Lisa moet in totaal €7,00 betalen.


Voorbeeld 2: Reizen
Ahmed reist van Den Haag naar Amsterdam en vervolgens naar Utrecht. De eerste treinreis duurt 50 minuten en de tweede 35 minuten. Hoe lang reist Ahmed in totaal?

Stap 1: Zoek de getallen: 50 + 35
Stap 2: Tel op: 50 + 35 = 85 minuten
Ahmed reist in totaal 85 minuten.


Opdrachten: Los de problemen op

1: Reiskosten
Fatima reist met de trein en koopt een retourticket voor €8,75. Ze koopt ook een buskaartje van €2,50 en een flesje water voor €1,80. Hoeveel heeft ze in totaal uitgegeven?

Opdracht 2: Klasbudget
Een klas spaart voor een schoolreis. Ze hebben al €125,50 opgehaald en krijgen nog €97,25 erbij. Hoeveel hebben ze in totaal?

Opdracht 3: Werktijden
Joris werkt drie dagen per week in een winkel. Op maandag werkt hij 4 uur, op woensdag 6 uur en op vrijdag 5,5 uur. Hoeveel uur werkt Joris in totaal per week?

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *