Ga naar de inhoud

Les 7: optellen en aftrekken

Optellen:

  1. Schrijf recht onder elkaar;
  2. Zet de komma als eerst;
  3. Tel de eenheden eerst op en schrijf die onder de streep, daarna de tientallen en zo door.
  4. Tel tot slot alles op.

  1. Schrijf recht onder elkaar;
  2. Zet de komma als eerst (als die er is);
  3. Kijk naar het verschil tussen de eenheden (hier -3), daarna de tientallen (hier +30)
  4. Reken uit (+30 – 3 = 27)