Les 5: Handig rekenen & Hoofdrekenen
Lesduur: 60 min
Thema: Optellen
Onderdeel: Handig rekenen & Hoofdrekenen
Niveau: A1 – A2
Leerdoel: Leren optellen met handige strategieën en zonder hulpmiddelen
Handig rekenen
Soms kun je sommen sneller oplossen door handig te rekenen. Dit betekent dat je getallen zo groepeert dat ze makkelijker op te tellen zijn.
Voorbeeld 1: 37 + 48

- Maak een rond getal van 37: 37 + 3 = 40
- Haal die 3 van 48 af: 48 – 3 = 45
- Tel nu op: 40 + 45 = 85
Voorbeeld 2: 199 + 48
- Maak 199 een rond getal: 199 + 1 = 200
- Haal die 1 van 48 af: 48 – 1 = 47
- Tel op: 200 + 47 = 247
Opdracht 1: Reken handig uit
- 49 + 38 =
- 198 + 67 =
- 675 + 99 =
- 590 + 205 =
Hoofdrekenen
Bij hoofdrekenen los je sommen op zonder te schrijven. Dit kan door getallen op te splitsen of strategieën te gebruiken.
Voorbeeld: 36 + 47
- Splits de tientallen en eenheden: 30 + 40 = 70, 6 + 7 = 13
- Tel op: 70 + 13 = 83
Voorbeeld: 325 + 470
- Tel eerst de honderden: 300 + 400 = 700
- Tel de tientallen: 20 + 70 = 90
- Tel de eenheden: 5 + 0 = 5
- Antwoord: 795
Opdracht 2: Los de volgende sommen uit je hoofd op
- 27 + 64 =
- 136 + 58 =
- 725 + 135 =
- 504 + 398 =

Combineren van handig en hoofdrekenen
Soms is het slim om beide methodes te combineren. Bijvoorbeeld als een som net iets lastiger is.
Voorbeeld: 385 + 49
- Maak een rond getal van 49: 49 + 1 = 50
- Trek 1 van 385 af: 385 – 1 = 384
- Tel op: 384 + 50 = 434
Opdracht 3: Kies een methode en los op