Thema: Procenten
Onderdeel: Ongewone percentages.
Rekenniveau: 1f op weg naar 2f
Taalniveau: A1-A2
Leerdoel: Percentages herkennen uit het verhaal en rekenen met ongewone procenten.
In de vorige les heb je gezien hoe je procenten kan berekenen middels leerwerk; met de veelgenoemde lijst. Deze les gaan we kijken hoe je moet rekenen als je de lijst niet kan gebruiken. Denk bijvoorbeeld aan 35% korting in de Albert Heijn.
In de les 8 van breuken: van breuk naar procenten heb je geleerd hoe je van een breuk een procent kan maken. Dit is eigenlijk precies hetzelfde. Het enige verschil is dat vragen over korting altijd in tekst komen. Kijk maar hieronder.

Voorbeeld opdracht: Examenvraag Albert Heijn
In de Albert Heijn zie je een Aziatische Wokgroenten staan. Omdat de groentes morgen moeten worden weggegooid, verkoopt de Albert Heijn het nu met korting. De prijs van de groente was €3. Wat is de nieuwe prijs van de Aziatische wokgroenten? Je mag een rekenmachine gebruiken en rond af op twee decimalen.
Methode 1 – Eerst de korting
De nieuwe prijs (N.P.) = de oude prijs (O.P.) – korting (K)
Ja kan ook eerst de korting in procenten uitrekenen.
Dan krijg je N.P (%) = O.P. (%) – K (%), dus
N.P (%) = 100% – 35%
N.P = 65%
Als de oude prijs €3 krijg je de volgende som:
65% van €3 = 65/100 (breuk) van €3.
(€3 : 100) x 65 = €1,94
Dit moet worden afgerond op twee decimalen, dus is het antwoord €1,94
Uitleg: Methode 1 – via breuken
De nieuwe prijs (N.P.) = de oude prijs (O.P.) – korting (K)
De oude prijs weten we al, dat is €3.
De korting is 35%. Dat kunnen we zien in het plaatje.
Om van procent naar breuken te gaan, krijg je 35/100.
Dan volg je de deel van geheel methode.
Dan krijg je de volgende som:
(€3 / 100) x 35 = 1,05.
Dus Nieuwe prijs = €5 – €1,05
Nieuwe prijs = €1,95
Dit moet worden afgerond op twee decimalen, dus is het antwoord €1,95
Schema
De nieuwe prijs = de oude prijs – korting
In een tabel kan je beide methodes van hierboven berekenen.

Vanaf de oude prijs ga je van 100% naar 1%. Dat doe je door te delen door 100. Van daar kan je makkelijk alle andere getallen berekenen. De korting van 35% of gelijk de nieuwe prijs van 65%. De regel is wel, alles wat je boven doet, doe je onder. Dus als je 100%, wat in dit verhaal gelijk is aan €2,99, deelt door 100, moet je €2,99 ook delen door 100. 1% is dan 0,0299. Je kan dan de korting of gelijk de nieuwe prijs uitrekenen.
Dit moet worden afgerond op twee decimalen, dus is het antwoord €1,94.
Ook gaat het niet altijd over de prijs. Soms over gewicht, tijd, verandering, etc.
Je kan dus beter zeggen:
Nieuwe Situatie = Oude situatie – procentuele verandering.
Prijs berekenen uit de tekst
Opdracht: Pedigree Hondenvoer (1f)
Er is een reclame van K9Delici hondenvoer. Ze hebben een prijs van K9Delici die altijd hetzelfde is. Deze prijs is €36. Er is alleen nu een speciale actie waar je 11 % korting krijgt. Hoeveel betaal je voor de hondenvoer?
Opdracht: haal de procenten uit het verhaal
- Een doos lego van 15 kilo wordt in een andere bak gegooid. 4% van alle lego valt onder de bank en is kwijt.
Vraag 1: Hoeveel procent is het oude gewicht? (0f)
Vraag 2: Hoeveel procent is het nieuwe gewicht (1f)
Vraag 3: Hoeveel kilo is het nieuwe gewicht? (1f)
2. Een een-personenauto weegt gemiddeld 860 kg. De nieuwe versie weegt een 7,5% minder dan de oude auto.
Vraag 1: Hoeveel procent is het oude gewicht? (0f)
Vraag 2: Hoeveel procent is het nieuwe gewicht (1f)
Vraag 3: Hoeveel kilo is het nieuwe gewicht? (1f)
3. Een ananas uit Nieuw Zeeland weegt gemiddeld 1,4 kg. De ananas uit Australië weegt meestal 15% meer.
Vraag 1: Hoeveel procent is de ananas uit Nieuw Zeeland (1f)
Vraag 2: Hoeveel % is de ananas uit Australië in vergelijking met die uit Nieuw Zeeland ? (1f)
Vraag 3: Hoeveel kilo weegt de ananas uit Nieuw Zeeland? (2f)
Vraag 4: Hoeveel kilo weegt de ananas uit Australië? (2f)
Boven de honderd
100% betekent dat je een geheel hebt. 100% van een krat Cola betekent een volle krat Cola. Als je 150% van de krat Cola hebt, betekent het dat je meer dan 1 krat hebt. Je hebt extra. Je hebt precies 50% extra. 50% extra is de helft. Je hebt dus 1,5 krat.
Opdracht: haal de procenten uit het verhaal.
- Vanaf vandaag krijgt een doos met 6 kg schoonmaakmiddel een derde meer.
Vraag 1: Hoeveel kilo is 100%? (1f)
Vraag 2: Hoeveel procent zit er in de nieuwe doos? (1f)
Vraag 3: Hoeveel kilo zit er in de nieuwe doos? (2f)
2. Het regent in 2022 meer dan het 10 jaar geleden heeft gedaan. Toen regende het gemiddeld 875 millimeter per jaar. Het is inmiddels met een kwart toegenomen.
Vraag 1: Hoeveel procent regent het nu in vergelijking met vroeger? (1f)
Vraag 2: Hoeveel procent was de regenval in 2012? (1f)
Vraag 3: Hoeveel dl regen valt er in 2022? (2f)
3. Het is een keer per jaar Black Friday. Je krijgt korting of je krijgt extra voor hetzelfde geld. In de snoepwinkel kreeg je eerst voor €5 zelfs 1080 gram snoep. Je krijgt nu 1/5 meer.
Vraag 1: Hoeveel gram is 100% (1f)
Vraag 2: Hoeveel procent krijg je op Black Friday in vergelijk met ervoor? (1f)
Vraag 3: Hoeveel gram snoep krijg je op Black Friday voor €5? (2f)