Thema: Grafieken
Onderdeel: lezen en begrijpen
Niveau: A2/B1
Leerdoel: Zelfstandig kunnen interpreteren van grafieken en verschillen benoemen.
Kijk naar de 4 grafieken hieronder. Welk verhaal hoort bij welk grafiek?

- Ik ben later begonnen omdat ik te lang heb geslapen. Daarna ben ik gaan lopen, het laatste stuk moest ik rennen omdat ik te laat zou komen.
- Ik liep de hele tijd even snel. Alleen moest ik even plassen. Daarna ben ik weer rustig doorgelopen.
- Ik ben begonnen met rennen, maar daarna ben ik gaan lopen
- Ik ben begonnen met lopen, maar ben daarna gaan rennen.
VRAAG 1: Welk verhaal hoort bij welk grafiek?
Groen: ?
Blauw: ?
Geel: ?
Oranje: ?
VRAAG 2: Schrijf een verhaaltje bij deze grafiek.

VRAAG 3: Lees het verhaaltje. Teken het juiste grafiek
Ik ben begonnen met rennen. Toen ben ik gaan lopen. Net voor het einde moest ik even bellen, dus stond ik stil. Daarna heb ik weer hard gaan rennen.

Opdracht 4: Beantwoord de volgende vragen.
Je kunt ook meer grafieken bij elkaar zetten. Je kunt ze dan met elkaar vergelijken.

Wie kwam er als eerste aan? Wie haalde de ander in?
Wie kwam een vriend tegen? Wie liep in het begin sneller?
Opdracht 5: Beantwoord de volgende vragen.

- A) De één ging fietsen, de ander wandelen. Wie ging op de fiets? Leg je antwoord uit.
- Vertrekken de kinderen tegelijk?
Waaraan zie je dat? - Onderweg haalt Niels Sanne in. Hoelang is Niels dan onderweg?
- Hoe vaak rust Sanne onderweg?
- Hoeveel minuten rust ze in totaal onderweg?
- Niels verliest zijn zonnebril. Hij gaat terug om te zoeken. Hoe zie je dat in de grafiek?
Bron: https://www.zwijsen.nl/sites/zwijsen/files/uploads/rekentijger-6a-werkblad-grafieken_1.pdf