Skip to content

Les 3: verhoudingen en relaties

Lesduur: 45 min
Thema: verhoudingen
Onderdeel: eenvoudige verhoudingen en relaties
Niveau: 1f
Taalniveau: A1 – A2

Verhoudingen, procenten en breuken zijn aan elkaar verbonden. Dit hebben we gezien in de lijst van relaties.

Als 33,33% van de snoepjes groen zijn, is de verhouding 1 op 3. (van elke 3 snoepjes is er 1 groen)

Opdracht: Schrijf de verhouding

A) 50% van de dieren in de dierentuin lopen buiten. Wat is de verhouding?
B) 20% van de Nederlandser dragen een bril. Wat is de verhouding?
C) 10% van de mensen hebben blauw/groene ogen. Wat is de verhouding?

Uitleg: Als je de verhouding weet, kan je ook kijken wat niet zo is. Als 20% van de snoepjes groen zijn, is de verhouding 1 : 5. Dat betekent voor andere kleuren 4 op 5. (van elke 5 snoepjes zijn er 4 andere kleuren)

A) Als 25% van de studenten een vrouw is, wat is de verhouding voor mannelijke studenten?
B) Als 11,11 % van de goudvissen dood zijn, wat is de verhouding voor de levende goudvissen?
C) Als 5% van de bezoekers de film niet hebben gekeken, wat is de verhouding van mensen die de film wel hebben gekeken?

Opdracht: Kies de juiste percentage

Een op de vijf
Een op de acht
Een op de tien
Een op de honderd


Opdracht: vul het juiste antwoord in

Error: Contact form not found.

Quiz:

[quiz-cat id=”3513″]

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *