Skip to content

Lesduur: 60 min
Thema: Metriek systeem
Onderdeel: lengtematen omrekenen
Niveau: 1f
Taalniveau: A1 – A2

Bij het opmeten van een voorwerp moet je kijken welke meeteenheid je gebruikt.

Mier is 1 – 10 mm, kaart is 1 dm, gitaar is 1 m, huis is 1 dam.

Zo is het logisch om mieren in cm te meten, huizen in meters en de afstand tussen steden in km. Toch moet je soms omrekenen. Een mier, die 1 cm is, is ook 10 mm. Dat is hetzelfde.

Opdracht 1: Hoe groot is deze vis?

De vis is:

A) 1 cm
B) 1 dm
C) 1 m
D) 1 hm

Het omrekenen van lengtematen is een belangrijk onderdeel. Dit moet je kunnen!

De trap is hiervoor uitgetekend.

Elke stap naar rechts (beneden) is x 10. Elke stap naar links (boven) is : 10.

Bijvoorbeeld:

1 km = 10 hm
1 km = 100 dam
1 km = 1000 m

Als je niet meer weet hoe je moet delen en vermenigvuldigen met 10, 100 of 1000, kan je dit lezen: delen en keer 10, 100 en 1000.

nullen tellen en komma schuiven

Opdrachten: reken uit

  1. Dave is 1,95 m. Reken het volgende uit:

A) Hoeveel dm is Dave?

B) Hoeveel cm is Dave?

C) Hoeveel mm is Dave?

2. Je rijdt op de snelweg en ziet dit:

A) Hoeveel dam moet je nog rijden naar afrit 4?

B) Hoeveel dm moet je nog rijden naar afrit 4?

3. Reken om naar meter

a) 4,5 km = ………….. m
b) 34 hm = ………….. m
c) 450 dm = ………….. m
d) 654 cm = ………….. m
e) 0,75 dam = ………….. m


4. Je zit op school achter Holland Spoor en je wil naar de MacDonalds lopen. Je kijkt op Gogle Maps. De kortste route duurt 25 min.

A) Hoeveel km is het lopen naar de MacDonalds?

B) Hoeveel meter is het lopen naar de MacDonalds

c) Hoeveel meter verschil is het lopen tussen de route van 25 min en 27 min? (2f)


5. Reken om naar cm

a) 42 km = ………….. cm
b) 3,4 hm = ………….. cm
c) 0,46 dam = ………….. cm
d) 64 m = ………….. cm
e) 0,75 dm = ………….. cm
f) 6,7 mm = ………….. cm

6. A) Bert gaat bergbeklimmen. Hij heeft op 5,6 km hoogte een tent neergezet. Hier rust hij uit. Hoeveel meter moet Bert nog klimmen voor de top?

B) Als Bert de top heeft bereikt hoeveel meter moet hij dan weer naar beneden lopen om aan de voet van de berg te komen?

Opdracht 7: Van Brienenoordbrug

De Van Brienenoordbrug is een brug over de Nieuwe Maas aan de oostkant van Rotterdam, in de Nederlandse provincie Zuid-Holland.

Bij de algemene gegevens zie je alle informatie.

A) Hoe lang (m) is de brug totaal?

B)Hoe lang in de brug in cm?

C) Hoeveel dm breed is de brug? (1f)

D) Als een auto na 0,25 km op de brug stop. Hoeveel km moet hij dan nog doorrijden om er weer aan de andere kant af te rijden? (2a)

E) Een fietser stopt precies op de helft van de brug voor een selfie. Hoeveel hm heeft hij op de brug gefietst? (2A)

F) Als de auto en fietser beide links van de brug erin zijn gereden. Hoeveel is het verschil in meters tussen de twee? (2f)

3 thoughts on “Les 3a: lengte”

  1. Opdracht ( 1 )
    C) 1m
    Opdracht reken uit
    1
    A) 19,5 dm
    B ) 195 cm
    C ) 1950 mm
    2
    A ) 60 dam
    B ) 6000 dm
    3
    A ) 4500 m
    B ) 340 m
    C ) 45 m
    D ) 6,45 m
    E ) 7,5 m
    4
    A )1,9 km
    B ) 1900 m
    C ) 300 m
    5
    A ) 4200000 cm
    B ) 34000 cm
    C ) 460 cm
    D ) 4600 cm
    E ) 7,5 cm
    F ) 0,67 cm
    6
    A ) 0,9 km
    B) 6,5 km
    7
    A ) 1320 m
    B) 56 m
    C ) 5,6 dm
    D ) 1070 m
    E ) 6,60 hm
    F ) 14 m

  2. Pingback: Les 4b: Oppervlakte omrekenen – Gratis Oefenmateriaal

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *