Thema: Meten
Onderdeel: temperatuur
Niveau: op weg naar 1f
Taalniveau: A2
Leerdoel: Temperaturen kunnen lezen, herkennen en verandering berekenen

Temperatuur geven we aan in graden Celsius. Als het onder de 0 °C is verandert water in ijs. Dat heet bevriezen. 0 °C is het vriespunt van water.
Als je wil weten hoe warm het is, heb je verschillende apparaten waarmee je het kan meten.

De temperatuur van een ruimte of buiten kan je meten met een thermometer. Je weet dan hoe warm of koud het is. Op het plaatje kan je aflezen hoe warm het is. Het is hier 5 °C.
Je hebt ook thermometers die ook lichaamstemperatuur opmeten. Dan weet je hoe warm je lichaam is. Je bent gezond bij ongeveer 36,5 °C. Op deze lichaamsthermometer kan je zien dat er een verhoging is.
Opdracht: geef aan of je verlaging of verhoging hebt of dat je gezond bent.

Opdracht: temperatuur verschil

- Vandaag is het 7 graden buiten. Gister was het 15 graden buiten. Hoeveel graden was het gister meer dan vandaag?
- In sommige landen kan het temperatuurverschil tussen dag en nacht extreem groot zijn. Zo kan het in de Sahara overdag 35 °C zijn en ’s nachts makkelijk 3 °C. Hoe groot is het verschil?
3. Op de afbeelding kan je zien dat het in februari gemiddeld kouder is dan mei.
a. Hoe warm is het gemiddeld in februari?
b. Hoe warm was het gemiddeld in mei?
c. Hoe groot is het verschil gemiddeld tussen de maand februari en mei?
4. Het is vandaag 40 °C en het daalt 8 graden. Wat is de temperatuur dan?
Uitleg: temperatuur onder de nul
Wanneer de temperatuur zakt wordt het kouder. Water bevriest onder de nul graden. In december is het koud. Zo was het op 21 december om 09:00 precies -2 °C. Dit kan je op verschillende manieren uitspreken.
- Het is 2 graden onder nul
- Het is -2 graden.
- Het is 2 graden onder het vriespunt.
Opdracht: Google Weersvoorspelling

Hierboven zie je de temperatuur van een hele week. Dit komt uit Google.
- Hoe laat is het ,het warmst? Hoe warm is dat?
- Hoe laat is het, het koudst? Hoe koud is dat?
- Welke uren zijn boven het vriespunt?
Opdracht: temperatuur verschil
- Het is vandaag -30 °C in Groenland. Tegen de middag wordt het 8 graden warmer. Wat is de temperatuur dan?
- Het is vandaag 5 °C en het wordt 11 graden kouder. Wat is de nieuwe temperatuur?
Opdracht: tempratuur invullen
Teken een thermometer met als warmst 20 °C en als koudst -20 graden.
Vraag 1. De temperatuur van -3 °C met 9 graden zakt. Vul de nieuwe temperatuur in in de linker thermometer.
Vraag 2. De temperatuur is nu -6 °C en stijgt met 15 °C. Vul de nieuwe temperatuur in in de rechter thermometer.

Opdracht: reken uit
Som | Antwoord |
-3 -6 = | |
5 – 11 = | |
-15 + 19 = | |
-1 -10 +4 = | |
Het is 5 graden en wordt 6 graden kouder | |
Het is -7 en de temperatuur stijgt met 11 °C | |
Het is 4 graden onder het vriespunt en het zakt met 5 graden |