Ga naar de inhoud

Les 1: wat zijn verhoudingen

Lesduur: 25 min
Thema: verhoudingen
Onderdeel: introductie
Niveau: 0F
Taalniveau: A1
Leerdoel: Kennismaken met verhoudingen

Verhoudingen: de relatie tussen getallen en mensen

rekendocent Alex

In een verhouding hebben getallen een relatie. Dit kan je vaak uit de tekst of de opdracht halen. De meest bekende is km/u. Voor elk uur dat je rijdt, reis je een aantal kilometers. Hoe harder je rijdt, hoe verder je komt. Dat is de relatie. Uur en KM zijn aan elkaar verbonden.

Opdracht

Het is belangrijk om een verhouding te kunnen herkennen en uitleggen.

A) Wat betekent: 1 op de 5 kinderen is dik
B) Wat betekent: 3 van de 10 planten zijn groen?
C) Wat betekent: 6/13 leerlingen zijn meisjes?
D) Wat betekent: Van 10 leerlingen zijn 80% gekleed in sportkleding

Uitleg

Er zijn ook andere vormen van verhoudingen, waarbij er twee meeteenheden worden gecombineerd

A) Wat betekent: 70 km/u
B) Wat betekent: €5 per pond
C) Wat betekent: 0,5 ml per 20 kg
D) Wat betekent: Een auto rijdt 1 op 8

Omrekenen is ook een verhouding. Denk aan geld of afmetingen.

A) 1 dollar staat tot €0,92
B) 1 inch is gelijk aan 2,54 cm
C) 1 tl is gelijk aan 2 ml
D) Amerikaanse schoenmaat 9 is gelijk aan maat 40.

Verhouding met dubbele punt:

Je geeft een verhouding aan met een dubbele punt als de delen bijelkaar worden opgeteld.

Bijvoorbeeld: Elke meter die ik loop, loopt mijn broer dubbel. Dat betekent dat de verhouding 1 op 2 is. Of 1 : 2 (we lopen samen 3 meter).

Opdracht: lees de tekst en schrijf de verhouding op.

  1. Voor dit gerecht gebruik ik per 200 gram suiker, 300 gram bloem.
  2. Twee erfgenamen krijgen een erfenis van €90.000, broer een krijgt 4 delen, zus krijgt 5 delen.
  3. De verf wordt gegoten in 3 delen rood en 7 delen geel.
  4. De baker werkt elke dag 2 uur aan voorbereiden, 3 uur aan bakken en 2 uur aan snijden.
  5. De klas van 28 leerlingen is verdeeld in 4 deel jongens en 3 deel meisjes.