Lesduur: 60 min
Thema: Optellen
Onderdeel: Optellen met sprongen
Niveau: A0 – A1
Leerdoel: getallen gesplitst optellen
Optellen is plus. Dit kan met kleine en grote getallen.
Kleine getallen | antwoord | Grote getallen | antwoord |
2 + 5 = | 7 | 250 + 521 = | 771 |
5 + 4 = | 9 | 112 + 412 = | 524 |
1 + 8 = | 9 | 611 + 231 = | 842 |
4 + 3 = | 7 | 38 + 120 = | 158 |

Als je kijkt naar de kleine getallen gaan deze niet over de tien heen.
Vandaag gaan we leren door getallen te splitsen. Splitsen is getallen uit elkaar halen.
bijvoorbeeld de 8. Deze kan je op meer manieren splitsen. Kijk maar:
Opdracht 1: splits getallen
- Splits 3.
- Splits 6
- Splits 10
Ronde getallen
In het Nederlands zijn ronde getallen, getallen die eindigen op een 0. Het laatste getal is een nul.
Opdracht 2: ronde getallen. Is dit een rond getal, ja of nee?
- 600
- 251
- 10
- 50
- 45
- 301
- 2030
- Duizend
- Half miljoen
Rekenen over ronde getallen
Soms zijn plus sommen moeilijk omdat ze groter dan een rond getal zijn.

Hoe doen we sommen groter dan een rond getal?
Stap 1: teken een getallenlijn
Stap 2: Schrijf het startgetal
Stap 3: splits het getal zodat je een rond getal krijgt
Stap 4: tel op

Bijvoorbeeld 18 + 8.
Ik start bij 18. Ik moet er 2 bij optellen voor een rond getal.
18 + 2 = 20. Je houdt 6 over.
Dan krijg je 20 + 6 = 26
Opdracht 1: reken uit

hii
Hi Kusai