Leerdoel: De leerling kan procentuele informatie in grafieken aflezen, interpreteren en gebruiken voor berekeningen.
Wat betekent dit nou eigenlijk?
Grafieken laten je snel en duidelijk informatie zien. Soms gaat het om hoeveelheden, maar vaak ook om percentages. Denk bijvoorbeeld aan:
- Een staafdiagram met procenten per sportkeuze
- Een cirkelgrafiek met verdeling van de klas
- Een lijngrafiek die de procentuele groei van iets laat zien
Met dit leerdoel leer je:
- Procenten goed aflezen in verschillende soorten grafieken
- Inzicht krijgen in wat die procenten betekenen van het totaal
- Procentuele gegevens omzetten naar aantallen
- Grafieken correct interpreteren om een conclusie te trekken
Voorbeeld 1: Cirkelgrafiek – favoriete schoolvak
Een klas vulde een enquête in over favoriete vakken. Elke student kiest een vak. In de cirkelgrafiek zie je de aantal ingevulde voorkeuren

Vraag 1: Hoeveel procent heeft geschiedenis gekozen?
Antwoord: Totaal zijn er 270 keuzes gemaakt. 30 ervan zijn gemaakt voor geschiedenis. Dat is 30 van de 270. Dat is 3 van de 27. Dat is 1 van de 9. (vereenvoudigen).
1/9 is 1 delen door 9 of als je de relatielijst nog uit je hoofd weet; 1/9 = 11,11%