De Vikingen waren een intrigerende en invloedrijke groep mensen die leefden in de vroege Middeleeuwen. Ze vestigden zich voornamelijk in Scandinavië, het gebied dat nu bestaat uit de moderne landen Noorwegen, Zweden en Denemarken. De Vikingen waren echter veel meer dan alleen maar plunderaars en krijgers. Ze waren ook boeren, handelaren en ontdekkingsreizigers.
De Vikingen hadden een sterke band met de zee en waren meesters in het bevaren van woeste wateren. Ze waren pioniers op het gebied van scheepsbouw en ontwikkelden indrukwekkende schepen die hen in staat stelden lange afstanden af te leggen en nieuwe gebieden te verkennen. Hun beroemdste schepen waren ‘de drakars’, grote houten schepen met een slanke bouw en prachtig versierde boegbeelden. Met behulp van deze schepen durfden de Vikingen de open oceaan te trotseren en bereikten ze verre landen zoals IJsland, Groenland en zelfs delen van Noord-Amerika.
Naast hun avontuurlijke geest en verkenningstochten stonden de Vikingen ook bekend om hun militaire activiteiten. Ze voerden plundertochten uit in kustgebieden en waren berucht om hun snelle en verrassende aanvallen. Ze vielen kloosters, dorpen en steden aan, plunderden kostbaarheden en namen gevangenen mee. Deze plundertochten brachten niet alleen rijkdom, maar gaven de Vikingen ook een reputatie van angst en ontzag.
Maar de Vikingen waren niet uitsluitend krijgers. Ze waren ook bekwaam in handel en handelden met andere volkeren in heel Europa. Ze ruilden niet alleen goederen zoals bont, huiden, wapens en zout, maar ze waren ook betrokken bij de slavenhandel. Ze hadden handelsposten en nederzettingen in verschillende delen van Europa, waardoor ze contact en uitwisseling met andere culturen hadden.
De Vikingen hadden ook hun eigen religie en geloofssysteem. Ze aanbaden een pantheon van goden en godinnen, zoals Odin, Thor, Freya en Loki. Deze goden werden beschouwd als krachtige wezens die invloed hadden op het dagelijks leven en de gebeurtenissen in de wereld. Ze geloofden ook in een leven na de dood en dachten dat dappere krijgers die in de strijd stierven naar Valhalla gingen, een glorieuze hal waar ze zich voorbereidden op het ultieme gevecht tijdens Ragnarok, het einde der tijden.
Vragen:
- Wat waren de verschillende rollen en activiteiten van de Vikingen in de samenleving?
- Hoe waren de Vikingen verbonden met de zee en wat waren hun meest beroemde schepen?
- In de tweede alinea staat de volgende zin: ” Ze waren pioniers op het gebied van scheepsbouw en ontwikkelden indrukwekkende schepen die hen in staat stelden lange afstanden af te leggen en nieuwe gebieden te verkennen”. Waar verwijst het woord die naar?
- Noem de reden van de plundertochten van de Vikingen?
- Noem het gevolg van de plundertochten van de Vikingen?
- Naast plunderen, welke andere economische activiteiten ondernamen de Vikingen?
- Wat laat het woord ‘zoals’ zien in de laatste alinea:
- A) Een gevolg
- B) Een oorzaak
- C) Een voorbeeld
- D) Een tegenstelling
- In de laatste alinea gaat het over de krachtige wezens. Wie bedoelt de schrijver hiermee?
- A) Odin, Thor, Freya en Loki
- B) Alle goden en godinnen waarin de Vikingen geloofden
- C) Valhalla
- D) De Krijgers van Ragnarok
- Hoe keken de Vikingen naar de dood?
- A) Ze geloofden in reincarnatie (je wordt opnieuw geboren en leeft een nieuw leven na de dood)
- B) Ze geloofden in een strijd, waarbij de winner nieuw leven kreeg
- C) Ze geloofden in een leven na de dood, maar dat was op een andere plek dan de aarde.
- D) Ze geloofden in een leven in de Valhalla, een soort hal, waar ze de rest van de eeuwig dat ze dood waren, zouden blijven.